![]() |
PARIJS - PARIS |
MUSEA IN PARIJS
*********************
Musée du Louvre
Het Musée du Louvre, voorheen koninklijk paleis (Palais du Louvre), thans museum, is gebouwd op de plaats van een 12de-eeuws kasteel. In 1546 werd begonnen aan een groots opgezet plan van Pierre Lescot, waaraan, met de nodige veranderingen en aanpassingen, eeuwenlang is gewerkt door een reeks architecten: Androuet Ducerceau, Lemercier, Levau, Perrault, Percier en Fontaine, Visconti en Lefuel. Het hoofdgebouw wordt gevormd door vier vleugels, die de cour carrée omsluiten. Al in de 16de eeuw werd begonnen aan een lange vleugel langs de Seine-oever, die het Louvre zou verbinden met de meer westelijk gelegen Tuilerieën. Een soortgelijke verbinding aan de noordkant werd begonnen tijdens Napoleon I en voltooid tijdens Napoleon III en de Derde Republiek. In 1871 gingen de Tuilerieën in vlammen op; zij werden daarna, op de beide hoekpaviljoens na, gesloopt.
Het museum ontstond toen de kunstschatten van Lodewijk XV, van 1750 tot 1785 voor het publiek toegankelijk in het Palais du Luxembourg, zoveel bezoekers trokken dat de koning besloot een permanente expositie in te richten in het Louvre. Dit project werd tijdens de Franse Revolutie voltooid (wet van 1791; inauguratie in de Grande Galerie). Het museum bevatte toen de koninklijke collectie, vnl. bijeengebracht door Frans I (renaissancekunst), Lodewijk XIV en Lodewijk XVI (Hollandse en Vlaamse meesters). Napoleon I breidde de verzameling sterk uit. Dit gebeurde op kleinere schaal door Lodewijk XVIII (Venus van Milo), Karel X (eigentijdse beeldhouwkunst en Griekse en Romeinse oudheden) en Louis Philippe (Assyrische oudheden).
Tijdens de Vierde Republiek werd het museum onder de directie van de Musées de France gesteld. In de schilderijenafdeling zijn alle Europese schilderscholen vanaf de middeleeuwen goed vertegenwooordigd. In 1986 ging een deel van de collectie over naar het Musée d'Orsay. Het atelier van Delacroix aan de Place Fürstenberg behoort tot de schilderijenafdeling van het Louvre, evenals het in het Louvre zelf gevestigde Cabinet des Dessins (ruim 80
.000 werken). Tot het Musée du Louvre behoren een bibliotheek (80.000 delen) en een laboratorium (Institut Manini, gesticht 1931).
Centre Pompidou
Het Centre Pompidou, (voluit: Centre National d'Art et de Culture Georges Pompidou), is een cultureel centrum in de wijk Marais, geopend in febr. 1977 en genoemd naar de initiatiefnemer, president Georges Pompidou. Het is gericht op alle eigentijdse kunstuitingen en omvat o.m. grote tentoonstellingsruimten voor wisselende exposities, ruimten voor theater- en muziekuitvoeringen, een vaste expositie van het Musée National d'Art Moderne (met prentenkabinet, documentatiecentrum, een aan Kandinsky gewijde zaal en het atelier van de beeldhouwer Brancusi), een bibliotheek, het Centre de Création Industrielle (CCI), het Atelier de Recherches de Techniques Avancées (ARTA), een fotografieafdeling, een cinematheek en verkoopruimten voor boeken, dia's, enz. Het opvallende gebouw is ontworpen door de Brit Richard Rogers en zijn bureau, in samenwerking met o.a. de Italiaanse architecten Renzo Piano en Gian Franca Franchini.
Musée d'Orsay
Het Musée d'Orsay is gesticht in 1986 en gevestigd in het voormalige Gare d'Orsay. Hiertoe werd in 1985 het interieur van het voormalige stationsgebouw aan de Seine verbouwd door de Italiaanse architecte G. Aulenti. Het museum biedt een overzicht van de 19de-eeuwse beeldende kunst (18481914). Behalve een collectie (vnl. Franse) schilderkunst (o.a. Delacroix, Millet, Moreau, Manet, Monet, Renoir, Pissarro, Van Gogh, Cézanne, Toulouse-Lautrec en Bonnard) bevat het museum ook belangrijke verzamelingen van 19de-eeuwse beeldhouwkunst (o.a. Rodin), decoratieve en industriële kunst en architectuur (Jugendstil), voorts collecties op het gebied van fotografie en grafiek.