VERSAILLES

Geschiedenis

De eerste verwijzing van Versailles vinden we in 1038, toen er een klein jachtslot en een parochiedorpje stond.  In de loop van de volgende eeuwen werd het jachtslot uitgebreid door zijn verschillende eigenaars.

Het is echter Henri IV die door zijn passie voor de jacht de toekomst van het kasteel van Versailles bepaalde. Deze koning was soms vergezeld van de jonge Dauphin, de latere Lodewijk XIII. Ook deze koning bracht graag tijd door in deze streek en hij besloot om het kasteel te vergroten en er heel wat grond aan toe te voegen.
Hij gaf architect Philibert Le Roy hiervoor de opdracht. Hij stierf echter voor hij de realisatie van zijn plannen kon bewonderen.

Lodewijk XIV kwam in het begin slechts zelden naar Versailles, maar na zijn huwelijk met Maria-Theresia van Oostenrijk, bracht hij zijn koningin en zijn hofhouding naar dit kasteel.
Vanaf 1661 begonnen de werken om het jachtpaleis om te vormen tot een waardig onderkomen voor de koninklijke familie.
Bijna 50 jaar lang waren de grootste kunstenaars in Versailles werkzaam: de architect Le Vau, opgevolgd door Hardouin-Mansart, Le Brun, die de leiding had over de interieurdecoraties en Le Nôtre, die zichzelf overtrof in het ontwerp van de schitterende tuinen. Het was een reusachtig werk: heuvels werden met de grond gelijk gemaakt, hele wouden overgeplant, meer dan 10.000 ha van naburige vlakten drooggelegd.
De koning en zijn gevolg, in totaal 3.000 mensen, namen in 1682 hun intrek in het paleis.
Versailles was van dan af tot 1789 ook het politieke centrum van Frankrijk.
Het Trianon en het Petit Trianon, alsmede de Opéra en de koninklijke stallen hebben van het kasteel van Versailles het meest prestigieuze koninklijk paleis van Europa gemaakt.

De revolutie heeft een einde gemaakt aan de glorietijd van Versailles. Alle schilderijen, antiquiteiten en beelden werden naar het Louvre gebracht; de boeken en de medailles naar de Nationale bibliotheek en de klokken en de wetenschappelijke instrumenten naar het Conservatorium voor Kunst en Wetenschap.
Op enkele stukken na werd al het meubilair openbaar verkocht.
Het kasteel raakte in verval tot Napoleon besluit het te restaureren en het te gebruiken als zomerresidentie. Het is Louis-Philippe die er in 1837 een museum van de Franse geschiedenis vestigde. Hij verzamelde er een collectie schilderijen en historische scènes die door hun historische en artistieke waarde van Versailles het belangrijkste historische museum van Europa maakt. Na de Eerste Wereldoorlog werd de volledige restauratie van het kasteel ondernomen met de financiële steun van J.D. Rockenfeller.

 

Het kasteel van Versailles
*********************************

Drie grote lanen, die dwars door de stad lopen, komen uit op het landgoed van Versailles.
Tussen de monumentale paardestallen, gebouwd door Mansart van 1679 tot 1685 komt men op de Place d'Armes. Nu is hier een parking aangelegd.

Door het prachtig versierde hek belandt men op de eerste binnenplaats, de Cour d'Honneur. Hier vertoefden allerlei lieden, van edelen in spe tot handelaars en bedelaars.
De lange gebouwen aan weerszijden van de binnenplaats met de typische gebroken mansardedaken zijn de ministervleugels, die herinneren aan het feit dat Versailles van 1682 tot 1789 de hoofdstad van Frankrijk was.
Het standbeeld van brons (1837) van Lodewijk XIV is opgericht op de plaats van een tweede hek dat de Koninklijke Binnenplaats moest afsluiten.
Deze schitterende Cour de Marbre, die kort geleden weer op de oorspronkelijke hoogte werd gebracht was het voorplein van het eerste kleine paleisje van Lodewijk XIII.
De binnenplaats was voorbehouden voor een klein aantal geprivilegieerden omdat deze rechtstreeks toegang gaf tot de koninklijke vertrekken.
Het balkon in het midden is dat van de grote slaapkamer; boven de vensters staat een fronton met een klok, die vroeger werd stilgezet op het uur waarop de vorige koning was gestorven.

versailles.jpg (6797 bytes)

Een bezoek aan de grote appartementen van de koning en de koningin begint met het bewonderen van de kapel van het kasteel.
Vanuit de vestibule kan men de vijfde kapel van het kasteel, sinds Lodewijk XIII bewonderen. Zij is opgedragen aan de Heilige Lodewijk. Met de bouw van deze kapel is begonnen in 1689 door Jules Hardouin-Mansart en Robert de Cotte maakte het werk af in 1710. Het is een typische barokke paleiskapel met een bovenverdieping of galerij voor de koning en zijn gevolg.
Tot aan het eind van het Ancien Régime diende de kapel voor alle religieuze ceremonieën van het Franse Hof, Te Deums voor de militaire successen, prinselijke doopsels en huwelijksmissen. Het beroemdste huwelijk was wel dat van Lodewijk XVI en Marie-Antoinette in 1770.

Op de bovenverdieping bevinden zich de Grote Appartementen van de koning en de koningin. Zij omvatten zeven kamers en zij zijn allen rijkelijk versierd met wandtapijten, grote schilderijen, plafondschilderingen en beelden. Meubilair is weinig aanwezig.

De Herculeszaal is het eerste statievertrek, maar de laatst ingerichte pronkzaal van het paleis. Zij werd afgewerkt in 1736 onder de regering van Lodewijk XV. Het rijke decor en de prachtige plafondschildering van François Lemoine die de 'Vergoddelijking van Hercules' voorstelt, vormden een prachtig kader voor grote bals of concerten.
Het schilderij tegenover de grote haard is geschilderd door Paolo Véronèse rond 1570 voor de refter van een Venetiaans klooster. Het werd geschonken door de republiek Venetië aan Lodewijk XIV in 1664.

De Zaal van de Overvloed werd gebruikt voor het opstellen van de buffetten voor de gezelschapsavonden. De Zaal van de Overvloed ontleent haar naam aan het Rariteitenkabinet, dat zich achter de afgesloten deur tegenover het venster bevond. Daar borg Lodewijk XIV zijn kostbaarste kunstvoorwerpen op. Aan de met Genuees fluweel beklede wanden hangen portretten van de zoon van Lodewijk XIV en twee van diens zonen.

In de Zaal van Venus kan u een plafondschildering bewonderen waarop de godin Venus voorgesteld wordt, die gekroond wordt door de drie Gratiën. In een nis staat een beeld van Lodewijk XV in romeinse kledij. In de Venuszaal werden lichte maaltijden opgediend.

Ook in de Zaal van Diana wordt Diana afgebeeld op de plafondschildering. Langs de muren staan bustes van romeinse keizers en één van Lodewijk XIV van Bernini.
Deze zaal werd ook gebruikt als biljarttzaal in de tijd van Lodewijk XV.

De Zaal van Mars heeft oorspronkelijk gediend als verblijf van de lijfwachten van de koning. Op huisavonden was het vertrek tevens concertzaal. Ook hier weer een plafondschildering van Claude Audran, de god Mars op zijn strijdwagen voorstellend. Links een schilderij met Maria Lecszinska, vrouw van Lodewijk XV en rechts een schilderij van Lodewijk XV.
De gordijnen voor de deuren achterin zijn origineel.

Voor 1682 diende de Zaal van Mercurius als anti-chambre, daarna als pronkkamer en speelzaal tijdens de gezelschapsavonden. Hier lag het lichaam van Lodewijk XIV gedurende acht dagen opgebaard.
De grote pendule is het enige meubel uit de tijd van Lodewijk XIV dat nog op zijn oorspronkelijke plaats staat.

De Apollo Zaal, werd van slaapkamer veranderd in troonzaal: hier stond tot 1689 de beroemde zilveren troon met zijn rugleuning van 2,60 m hoog. De huidige inrichting is maar een flauwe afspiegeling van de pracht en de praal tijdens de monarchie. Alleen de zes grote kandelabers, vervaardigd in 1770 voor het huwelijk van Lodewijk XVI met Marie-Antoinette blijven nog over van het vroegere meubilair. Ook de portretten van Lodewijk XIV rechts en dat van Lodewijk XVI links zijn nog originelen.

De Zaal van de Oorlog getuigt van de overwinning van Lodewijk XIV op de grootmachten tijdens de 'Hollandse Oorlog'. Het levensverhaal van de koning vinden we terug op de gewelfschilderingen van Lebrun. Het medaillon stelt één van de roemrijkste daden van de koning voor, de oversteek van de Rijn.

De Spiegelzaal is een meesterwerk van Hardouin-Mansart, die de bouw van de zaal in 1678 begon en acht jaar later voltooide. De zaal is 75 m lang en 10 m breed en heeft een gewelfd plafond, beschilderd door Charles Le Brun met als centraal motief : 'De koning regeert zelf, de geschiedenis van het bewind van Lodewijk XIV'.
Aan 17 grote ramen, waardoor men op het park uitkijkt, corresponderen een gelijk aantal spiegels aan de andere muur.
Tijdens Lodewijk XIV werd de zaal 's avonds verlicht door 3.000 kaarsen. De galerij was toen ook versierd met wandtapijten, beelden en sinaasappelbomen in zilveren potten.
Aanvankelijk liet Lodewijk XIV massief zilveren meubels in de Spiegelzaal plaatsen, maar deze werden in 1689 gesmolten om de oorlogskosten te betalen.
In de Spiegelzaal werd op 28-06-1919 het Verdrag van Versailles getekend, als wraakneming op de Duitsers die hier in 1871 het Duitse Keizerrijk uitriepen.

Aan het einde van de Spiegelzaal bevindt zich de Vredeszaal, zo genoemd vanwege het ovale schilderij boven de haard met een voorstelling van Lodewijk XIV, die vrede aan Europa brengt.
Het is de verbindingszaal tussen de Spiegelzaal en de vertrekken van de koningin.

Hier beginnen de grote Appartementen de Koningin. Zij werden bewoond door zowel Maria-Theresia, die er stierf in 1683, als door Maria Leczsinska en Marie-Antoinette.

In de Slaapkamer van de Koningin zijn 19 prinsen en prinsessen, in aanwezigheid van het publiek, geboren. Zij werd gerestaureerd in de staat zoals Marie-Antoinette ze in 1789 heeft achtergelaten.
Het meubilair zijn de zomermeubels van Marie-Antoinette. In de winter werden met velours en brokaat gestoffeerde meubels gebruikt.
In de hoeken liet Marie Antoinette in 1770 de wapenschilden van Oostenrijk en Frankrijk aanbrengen. Naast de kunstwerken zijn ook de klok en de bedsprei door haar zelf gekozen en geplaatst.

In de Zaal der Edelen is het originele meubilair uit 1785 nog deels aanwezig. Hier werden tijdens de Monarchie de adellijke dames en de ambassadeursvrouwen ontvangen.
Het plafond is een allegorie op de god Mercurius die invloed uitoefent op de kunst en de wetenschap. Het groene damast, de blauwe witgeaderde marmeren schouw en het grootste gedeelte van het meubilair is origineel. De luster is van Boheems kristal.

In de grote Eetzaal werden de koninklijke maaltijden geserveerd in het bijzijn van het grote publiek. Op de schilderijen zijn de dochters van Lodewijk XV afgebeeld. Het schilderij rechts stelt Marie-Antoinette voor met haar kinderen in 1787.

De Zaal van de Lijfwacht werd ooit gebruikt als kapel, doch tijdens het Ancien Régime stonden hier de geweerrekken en veldbedden van de lijfwachten van de koningin.

De enorme Kroningszaal was gedurende meer dan 100 jaar het verblijf van de gezamenlijke lijfwacht van de koning en de koningin, en voor 1682 de derde kapel van het paleis.
De huidige Kroningszaal dankt zijn naam aan het schilderij van David dat de kroning van Napoleon op 2 december 1804 voorstelt. De eerste versie ervan hangt in het Louvre, de schilder heeft hier zelf in 1822 een tweede aangebracht. Verder een schilderij dat de Slag bij Aboukir in 1799 beschrijft en rechts de uitreiking van de 'Vleugels' op de Champs de Mars door Napoleon.
In het midden staat de Colonne de la Campagne van 1805. Zij is gemaakt van porselein in de Manufacture de Sèvres.

De Galerij der Veldslagen is een gigantische hal van 120 bij 13 m en beslaat twee verdiepingen van de zuidvleugel of prinsenvleugel, waar de koningskinderen hun vertrekken hadden.
De huidige decoratie is uit de tijd van Louis-Philippe, die besloot hier een groot aantal afbeeldingen van Franse overwinningen bijeen te brengen, van Clovis (slag bij Tolbiac, 496)), tot Napoleon (slag bij Wagram, 1809).

De tuin kan men betreden via de doorgang links op de Cour Royale of rechts van het standbeeld van Lodewijk XIV op het voorplein.

De westgevel is 580 m lang en is de mooiste en best bekende gevel van het kasteel.

Het park is een meesterwerk van de grote tuinarchitect Le Nôtre en vertoont een typisch Franse tuinaanleg met talloze beelden, vijvers en fonteinen. Zeer mooi is het Bassin de Neptune en de Orangerie met op de voorgrond het Pièce d'Eau des Suisses.
Le Nôtre heeft eerst het Grand Canal met een lengte van 1650 m en het Petit Canal aangelegd, die tezamen een groot kruis vormen.
De moerassige bodem moest gedraineerd worden, voordat tot het aanbrengen van de beplantingen kon worden overgegaan.
Daarna moest een schepradmachine worden gebouwd ten einde water van de Seine te kunnen gebruiken. Toen deze hoeveelheid nog niet voldoende bleek voor de 14.000 fonteinen, voerde Le Nôtre water van de Eure aan door middel van een aquaduct, waaraan in 1684 tot 1688 dertigduizend arbeiders hebben gewerkt.
Gereedgekomen is het nooit en wat er nu van over is, zijn de schilderachtige en grootse ruïnes in het park van Maintenon.
Het park is in grote lijnen hetzelfde gebleven als in de tijd van Lodewijk XIV.

Lodewijk XIV liet in de grote tuin in 1687 het Grand Trianon bouwen voor zijn favoriete vriendin, madame de Maintenon. Hij kwam er ook graag uitrusten van de staatszorgen en de drukte in Versailles.
Op 4 juni 1920 werd in de Grande Galerie de vrede van Trianon gesloten met Hongarije.

Het Petit Trianon werd in 1762 gebouwd in opdracht van Lodewijk XV voor Madame de Pompadour en Madame du Barry. Het was later het lievelingsverblijf van Marie-Antoinette, die het gebruikte om er met haar kinderen alleen te zijn. Zij liet de tuin opnieuw inrichten en vlakbij 'Le Hameau' neerzetten dat een watermolen, een boerderij, een melkerij en een boudoir bevatte. Het park en de vijvers zijn in romantische, Engelse stijl aangelegd. Hierin staat ook het Liefdestempeltje.

Terug naar Paris